Onze financiƫle situatie
Per eind april is onze dekkingsgraad 134,2%. De dekkingsgraad is de verhouding tussen ons huidige vermogen en het vermogen dat nodig is om de pensioenen nu en in de toekomst te betalen. Het laat zien hoe financieel gezond Pensioenfonds Achmea is.
Een dekkingsgraad van 134,2% betekent dat we voor elke €100,- aan (pensioen)verplichtingen, €134,20 aan bezittingen (beleggingen) hebben.
In de dekkingsgradengrafiek hieronder hebben we de ontwikkeling van dekkingsgraad ('Actuele DG'), beleidsdekkingsgraad ('Beleids-DG') en VEV dekkingsgraad (VEV DG) voor je op een rij gezet.
Meer informatie over dekkingsgraad, beleidsdekkingsgraad, VEV Dekkingsgraad en ontwikkeling van onze financiële situatie, vind je verderop op deze pagina.
Dekkingsgraad stuk omlaag in april
De dekkingsgraad daalde van 136,7% eind maart naar 134,2% eind april. Dat kwam vooral door een relatief grote daling van de rente. Die daling zorgde voor een verlaging van de dekkingsgraad met 1,9%. Ook haalden we een negatief beleggingsresultaat. Dat kostte 0,6% dekkingsgraad. Per saldo daalde de dekkingsgraad 2,5%.
De hoogte van de rente is belangrijk omdat we ermee berekenen hoeveel geld we moeten reserveren om alle beloofde pensioenen in de toekomst uit te keren. Een lagere rente zorgt ervoor dat onze verplichtingen hoger worden. We moeten nú meer in kas hebben om stráks aan onze (pensioen)verplichtingen te voldoen. De marktrente daalde omdat financiële markten in april verdere renteverlagingen door centrale banken aan zagen komen. Vanwege de handelsoorlog verwachten de financiële markten namelijk een lagere economische groei en daardoor een lagere inflatie.
De handelsoorlog was in april ook een van de oorzaken van de dalende koersen op de financiële markten. In het eerste deel van de maand gingen de koersen flink omlaag door de maatregelen en de onzekerheid die hierdoor ontstond op de financiële markten. In het laatste deel van april werd de onzekerheid wat minder en ging de dekkingsgraad weer wat omhoog door de stijgende koersen. Waar onze dekkingsgraad medio april nog op 132,5% stond, kwam deze aan het einde van de maand dus uit op 134,2%.
Dat laat wel zien dat onze financiële situatie tegen een stootje kan en ondanks alle turbulentie nog steeds goed is. Dat komt ook omdat we onze beleggingen en risico's spreiden. Dat maakt ons minder vatbaar voor grote veranderingen op de financiële markten. We houden de ontwikkelingen vanzelfsprekend goed in de gaten.
Lichte daling van de beleidsdekkingsgraad in april
De beleidsdekkingsgraad is de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen 12 maanden
Per eind april is deze 136,3%, lager dan eind maart (136,6%). De beleidsdekkingsgraad daalde omdat de dekkingsgraad in april (134,2%) lager was dan die eind april vorig jaar (137,5%). Deze laatste valt nu uit het gemiddelde.
De beleidsdekkingsgraad is voor jullie van belang voor de verhoging van de pensioenen, de zogenaamde toeslag of indexatie. Hiervoor gebruiken we de beleidsdekkingsgraad van eind september. Die was in 2024 137,4% en in 2023 138,8%. Het bestuur stelt jaarlijks in de week voor Kerst de hoogte van de toeslag vast. We mogen de pensioenen verhogen bij een beleidsdekkingsgraad van meer dan 110%.
Medio december 2024 besloot het bestuur alle pensioenen per 1 januari 2025 met 2,53% te verhogen
Het bestuur stelde dat vast op grond van de financiële situatie. De verhoging is afgeleid van de prijsinflatie. Het bestuur ging voor de verhoging uit van een inflatie van 2,6%. Dat was de inflatie over de periode oktober tot oktober. Volgens ons beleid kijken we naar deze periode bij de bepaling van de pensioenverhoging. Een pensioenverhoging is mooi, maar heeft een keerzijde. Door de verhoging gaat onze dekkingsgraad omlaag omdat onze verplichtingen toenemen. Meer informatie over de pensioenverhoging per 1 januari 2025 vind je in het nieuwsbericht hierover.
Van belang is ook nog de VEV (Vereist Eigen Vermogen) dekkingsgraad
Om toekomstige tegenvallers op te vangen is een pensioenfonds wettelijk verplicht om financiële buffers te hebben: extra geld voor tijden dat het financieel slechter gaat. De hoogte van de buffer is afhankelijk van de specifieke situatie bij het pensioenfonds en wordt Vereist Eigen Vermogen (VEV) genoemd.
Als de beleidsdekkingsgraad onder de grens van het VEV komt, moet een pensioenfonds binnen drie maanden een herstelplan bij De Nederlandsche Bank (DNB) indienen. In dit herstelplan werkt een pensioenfonds uit hoe het in maximaal 10 jaar weer voldoet aan het VEV.
Elk kwartaal toetsen pensioenfondsen of ze onder de grens van het VEV zijn gekomen. Omdat de beleidsdekkingsgraad van Pensioenfonds Achmea boven het VEV ligt, is er bij ons fonds geen sprake van een herstelplan.
Ten opzichte van andere pensioenfondsen staan we er onverminderd goed voor
De financiële positie van Pensioenfonds Achmea ten opzichte van andere fondsen is goed. De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen was eind april 116% (ons fonds: 134,2%) en de gemiddelde beleidsdekkingsgraad was 118% (ons fonds: 136,3%). Bron: Aon pensioenthermometer.
Heb je vragen over onze financiële situatie, neem dan contact met ons op. Je vindt het contactformulier in Mijn pensioen onder contact.
Bij ons financieel beleid vind je een nadere toelichting op ons financieel beleid. In ons jaarverslag leggen we in detail verantwoording af over onze financiën. Het jaarverslag vind je in laag 3 van Pensioen 1-2-3.
We moeten ons bij het financiële beleid houden aan allerlei spelregels. Onze toezichthouder controleert dit streng. Wil je meer weten over deze spelregels? Kijk dan bij ons financieel beleid.
Of wil je weten hoe het zit met ons premiebeleid? Kijk dan bij pensioenpremie.
Bij ons beleggingsbeleid lees je hoe het zit met onze beleggingen.
Informatie over de verhoging van je pensioen vind je bij verhoging van pensioenen.